Deze diepten en pieken kunnen we enkel aanpassen in de laag waarop de filter "Wolken" werd toegepast.
Deze laag vind je uiteraard in het deelvenster "Lagen".
Dubbelklik de laag" Dieptetoewijzing Laag 1".
>
Dit opent het bestand met daarin de laag met de toegepaste filter.
Om de diepten en de pieken aan te passen moeten we een aanpassingslaag toevoegen.
Klik de knop "Aanpassingslaag toevoegen" en kies "Niveaus".
In het Eigenschappenvenster "Niveaus" breng je de zwarte hendel naar rechts om de zwarte kleuren een grijzer tintje te geven, en sleep je de witte hendel naar links om deze ook een wat grijzere kleur te geven.
Wat je dan eigenlijk doet is de tinten van zwarte kleuren en witte kleuren dichter bij elkaar brengen door deze een meer grijze kleur te geven.
Ben je klaar, sluit je het bestand met de wolken door het x-icoontje te klikken, en sla je dit op wanneer je dit wordt gevraagd.
Zoals je zal zien zijn de pieken minder hoog, en de valleien minder diep.
Mochten deze nog te hoog en te diep zijn herhaal je deze handelingen.
Open de laag" Dieptetoewijzing Laag 1".
Wijzig de "Niveaus" door de zwarte en de witte hendel te verslepen.
Sla het bestand opnieuw op.
Dit lijkt al wat meer op een landschap.
Om het landschap te gebruiken plaatsen en schalen we dit in positie.