Dus zoals in de vorige les vertelt, wanneer je een nieuw document begint, opent het dialoogvenster "Nieuw document".
Laat ons eerst eens overlopen wat we hier zoal kunnen instellen.
In het bovenste vak geef je het document een naam.
In het tweede vak bepalen we eventueel het profiel van ons document.
In het derde vak, en dit is nieuw in versie CS4, geef je het aantal tekengebieden in.
Je vergelijkt een tekengebied het beste met een pagina. Meestal zal dit wel een enkele pagina zijn, maar je weet nooit.
Met de knoppen naast dit vak bepaal je de volgorde van de verschillende tekengebieden.
In het vak "Tussenruimte" bepaal je de afstand tussen twee tekengebieden. De eenheid die wordt gebruikt in het vak "Tussenruimte", wordt bepaald door je instelling die je hebt ingegeven in het vak "Eenheden". Dus kies jij afmetingen van je document in te stellen in Millimeter, dan wordt ook de tussenruimte weergegeven in mm.
Volg je nog? Natuurlijk volg je nog.
In het vak "Rijen" bepaal je het aantal rijen waarin de verschillende pagina's worden weergegeven.
Selecteer je in het vak "Grootte" een papierformaat, dan worden de vakken "Breedte" en "Hoogte" automatisch ingevuld. Kies je deze zelf in te typen, dan wordt het vak "Grootte" evenals het vak "Documentprofiel" automatisch ingesteld op "Aangepast".
Met de knoppen naast het vak "Richting" bepaal je de afdrukstand van het tekengebied, "staand" of "liggend".
In de vakken "Afloopgebied" stel je de afloopmarges in die je werden opgelegd door jouw drukker.
Klikken op de knop "Geavanceerd" geeft nog een aantal extra opties weer, waaronder de kleurmodus en de resolutie. Wanneer je met je document naar een professionele drukker stapt zal hij meer den waarschijnlijk de kleurmodus CMYK wensen en een minimum resolutie van 300 dpi.
Is het voor je eigen printer dan stel je de kleurmodus in op RGB. Uiteraard ook met een hoge resolutie.
|