MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Cursus Flash CS4   go to : Index - vorige - volgende
       
Les 27 Fotobestanden (2)  
 
JPEG comprimeren
Wanneer je een foto importeert met de extensie .jpg, dan krijg je bij het importeren niet de mogelijkheid deze te comprimeren.
Dit betekent echter niet dat we dat niet kunnen.
 
Wanneer een foto is geïmporteerd bevindt deze zich in de bibliotheek.
Om deze te comprimeren dubbelklik je het icoontje voor de foto in de bibliotheeklijst.
Dit opent het Eigenschappenvenster van deze foto.

Wat hebben we allemaal in dit venster?
Bovenaan hebben we de bestandsnaam.
Daaronder hebben we informatie over de locatie van het bestand op je computer, de datum wanneer je dit bestand hebt ingevoerd, en de afmetingen van het bestand.

Daaronder hebben we het aanvinkvakje "Effenen toestaan". Dit zal het bestand "effenen", "smoother" zeggen ze in het Engels.

Daaronder hebben we het keuzevak "Compressie". Hier hebben we de keuze tussen een JPEG-foto of "Zonder verlies (PNG/Gif). Deze laatste keuze is hier niet van toepassing omdat we onze foto willen comprimeren, en dat kunnen we niet wanneer we voor deze laatste optie kiezen.

Daaronder hebben we de instellingen voor de "Kwaliteit:". Standaard is hier het vakje "geïmporteerde JPEG-gegevens gebruiken" aangevinkt, en in de meeste gevallen is dit goed genoeg. Maar wens jij je foto meer of minder te compresseren, dan selecteer je het vakje "Eigen:" en geef je een waarde in.
Ook hier geldt de regel, hoe hoger de waarde, hoe kleiner het bestand, maar ook hoe minder de kwaliteit.

Als laatste hebben we nog de optie "Deblokkering inschakelen".
Met deze optie geselecteerd, kun je de afbeelding met een grote JPEG-compressie vloeiender maken, en hierdoor minder gedetailleerd.

Door te klikken op de knop "Testen" en met je muisaanwijzer te klikken en te slepen in het voorbeeldvenster, kun je het resultaat bekijken wanneer je de ingestelde compressie zou uitvoeren.

Helemaal onderaan het venster verteld Flash ons de grootte (in KB) van het origineel, en de grootte wanneer het bestand is gecomprimeerd.

Wanneer je en afbeelding comprimeert in Flash is dit niet bindend, je kunt op elk moment deze instellingen terug wijzigen.

 
Lasso gereedschap

Nu ik toch bezig ben met foto's, zal ik maar even uitleggen wat we allemaal kunnen doen met het lasso gereedschap.
Wanneer we een foto hebben geïmporteerd in Flash verschijnt deze als een object, of één geheel.
We kunnen deze echter net als een figuur splitsen.
We selecteren hiervoor de foto op het podium, klikken de knop "Wijzigen" in de menubalk, en kiezen "Splitsen" in het drop-downmenu.

Dit plaatst over heel de afbeelding puntjes, wat er op wijst dat één, deze afbeelding is omgevormd tot een vorm en twee, dat heel deze afbeelding is geselecteerd.
Wanneer een bitmap is gesplitst, kunnen we de bitmap wijzigen met de tekengereedschappen in Flash. We kunnen zelfs schilderen met een gesplitste bitmap.
Klik hiervoor de gesplitste bitmap met het pipet, selecteer één of ander tekengereedschap en begin te tekenen. De vulling van de vorm die je tekent zal de foto zijn die je zojuist hebt gesplitst.

Maar we zijn hier voor het lasso gereedschap, dus.
Met het gereedschap "Lasso" kunnen we een selectiegebied markeren in een gesplitste afbeelding door deze te klikken en te slepen. Klik hiervoor eerst op een lege plaats op het podium zodat de gesplitste afbeelding niet langer is geselecteerd.
Klik en sleep vervolgens in de afbeelding om een bepaald deel van de afbeelding te selecteren.
Laat de knop los, en het deel van de afbeelding wordt geselecteerd. Hiervan kun je eventueel een symbool maken, wat je dan weer meermaals kunt gebruiken of animeren.

Wanneer het lassogereedschap is geselecteerd hebben we onderaan de gereedschapbalk drie opties.
De eerste optie is de "Toverstaf". Met de toverstaf selecteren we delen in de gesplitste bitmapafbeelding op de kleur. Hoeveel deze kleur mag afwijken stel je in met de tweede optie, "Toverstafeigenschappen". Hoe hoger het getal, hoe soepeler Flash zal zijn met het selecteren van bepaalde delen.
En dan hebben we nog de derde optie "Polygoonmodus". Met deze optie geselecteerd kunnen we een selectie maken die iets nauwkeuriger is dan het standaard gereedschap Lasso.
Waar je bij het lasso gereedschap moest klikken en slepen om een selectie te maken, moet je wanneer je deze optie hebt geselecteerd, klikken, muis verplaatsen, terug klikken, muis verplaatsen, weer klikken, en zo verder, tot je helemaal rond bent.
Dus je kunt je voorstellen dat dit heel wat nauwkeuriger werkt dan te klikken en te slepen. Vooral dan wanneer je genoeg inzoomt op je afbeelding.

 
Bitmap overtrekken
Met de optie "Bitmap overtrekken" kunnen we van een foto, een bitmapafbeelding dus, een vectorafbeelding maken.
Selecteer hiervoor eerst de geïmporteerde foto.

Klik "Wijzigen" in de menubalk, kies "Bitmap" in het drop-downmenu, en klik "Bitmap overtrekken".
Dit opent het dialoogvenster "Bitmap overtrekken".
In het eerste vak "Kleurdrempel:" bepalen we de drempel van de gebruikte kleuren. Dus hoe hoger deze drempel, hoe minder kleuren we zullen hebben in de vectorafbeelding. Met andere woorden, Flash kijkt naar een bepaalde kleur in de foto, is deze licht geel, geel, of donker geel, met een hoge kleurdrempel zal Flash deze allen beschouwen als geel. Met een lage kleurdrempel zal flash deze beschouwen als drie verschillende kleuren. Hoe meer kleuren in je vectorafbeelding, hoe groter (in KB) je Flashbestand.
Volg je nog? Ik hoop het.

In het tweede vak "Minimum gebied:" bepalen we het minimum aantal pixels dat moet worden gebruikt om een keuze te bepalen voor een kleur. Dus hoe hoger de waarde, hoe minder kleuren er worden gebruikt. Ik zal dit ook even proberen uit te leggen.
Een foto bestaat uit pixels, dit kun je zien wanneer je de foto zodanig vergroot dat je blokjes begint te zien. Wel die blokjes noemen we pixels. Wanneer Flash een kleur moet bepalen aan de hand van 20 pixels, of hij moet een kleur bepalen aan de hand van vier pixels, dan kun je je wel voorstellen dat er meer kleuren zullen worden ingesteld bij het kiezen van 4 pixels dan bij 20 pixels. Toch?

De twee onderstaande keuzevakjes lijken me wel duidelijk.
Met de eerste bepaal je de overgang tussen de kleuren, van strak naar vloeiend. En met de tweede bepaal je de hoekdrempel, veel hoeken, weinig hoeken, ook dit lijkt me duidelijk.

Trouwens klik de knop "Voorbeeld" om eerst eens een voorbeeld te bekijken van je instellingen.

 
>
Index - vorige - volgende

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>