In Flash hebben we een aantal gereedschappen, die ons helpen te werken met kleur.
De twee meest gebruikte zijn het gereedschap "Emmertje" en het gereedschap "Inktfles".
Wat je moet weten en onthouden over deze twee gereedschappen is dat het "Emmertje" enkel vulkleuren kan kleuren, en het gereedschap "Inktfles" enkel randen, of beter gezegd streken.

Laat ik het eerst eens hebben over het gereedschap "Emmertje".
Wanneer we objecten kleuren met het "Emmertje" hoeven we enkel de vulkleur te selecteren door op deze knop te klikken, een kleur te kiezen uit het kleurmenu, en te klikken in het object dat je wil inkleuren.
Een tweede manier om een kleur in te stellen is met het gereedschap "Pipet".

Ok, we gaan verder, wanneer we gereedschap "Emmertje" is geselecteerd vinden we onderaan de gereedschapbalk twee opties.
Ik heb mijnen gereedschapbalk een beetje verplaatst om het allemaal wat duidelijker te kunnen tonen, maar in de standaardweergave van de gereedschapbalk vind je beide optieknoppen onderaan.

De tweede optieknop is "Vulling vergrendelen"(2), hierover heb ik het later.
De eerste optieknop is "Tussenruimtegrootte"(1).
Wanneer we deze knop klikken, opent zich een submenu met vier opties.
Al deze opties hebben betrekking op het al dan niet inkleuren van het object.
Wanneer je kiest voor de eerste optie "Tussenruimte niet sluiten", wat trouwens de standaardoptie is, zal Flash enkel de ruimte kleuren wanneer het object volledig is gesloten. Is er ergens een opening tussen twee randen, het moet maar piepklein zijn, zal Flash het object niet inkleuren.
met de tweede optie "Kleine tussenruimtes sluiten" zal Flash iets bereidwilliger en zal hij toch nog het object kleuren.
De derde en de vierde optie zal Flash steeds iets bereidwilliger maken.
Hoewel, je moet je daar niet te veel van voorstellen, een opening van 2mm is voor Flash al veel te veel, voor gelijk welke optie.

Het tweede gereedschap is de "Inktfles". Je vindt deze als subknop onder het gereedschap "Emmertje".

Wat doet het gereedschap "Inktfles"?
Enkel streken toevoegen aan een vorm met de kleur die je hebt ingesteld, of de kleur van de streek wijzigen.

Hoe doe je dit?
Op dezelfde manier dan een vulkleur, alleen klik je nu het de knop "Streekkleur" om de kleur in te stellen, en klik je de rand van de streekloze vorm.

Of wanneer je een streek wil wijzigen van kleur, klik je de streek met de nieuwe kleur.

In het venster "Kleur" hebben we een aantal besturingselementen die we kunnen instellen.
De "Streekkleur" (1). Deze wijzigt de kleur van de streek of rand van het object.
De "Vulkleur" (2). Deze wijzigt de kleur van de vulling van het object.
Met de drie kleine knopjes onder de optie "Vulkleur" kunnen we
A. de streekkleur en de vulkleur zwart/wit instellen.
B. geen kleur instellen voor de vulkleur of streekkleur
C. de streekkleur met de vulkleur wisselen.

Naast het element "Streekkleur" hebben we de keuzelijst "Type:" (3).
Geen: verwijdert de vulling.
Effen: geeft een effen vulkleur.
Lineair: maakt een verloop dat overvloeit op een lineair pad.
Radiaal: maakt een verloop dat overvloeit vanuit een centraal punt in een cirkelvormig pad.
Bitmap - vult het geselecteerde gebied met een foto.

Daaronder hebben we de vakken RGB (4). Hiermee kun je de dichtheid van de kleuren rood, groen en blauw (RGB) in een vulling wijzigen.

In het vak "Alfa" (5) stellen we de dekking in voor een effen kleur die op dat ogenblik is geselecteerd in de schuifregelaar naast de Systeemkleurkiezer (7)
Een alfa-waarde van 0% zorgt voor een volledige transparante vulling. Een alfa-waarde van 100% zorgt voor een volledig dekkende vulling.

En als laatste hebben we nog het vak "Hexadecimale waarde". Hexadecimale kleurwaarden zijn zes-cijferige alfanumerieke combinaties, voorafgegaan door "#", die een kleur vertegenwoordigen.

Dit moet ik nog even vermelden voor diegenen die met Flash CS4 werken.
Wanneer je hebt gekozen in het venster "Kleur" voor het type "Lineair" of "Radiaal", dan verschijnt er een extra vak "Overloop" (8) met drie overloopmodi.

1. Uitbreiden - wat de standaardinstelling is, past de kleuren die je opgeeft van het begin tot het einde van het verloop toe.
2. Spiegelen - geeft een spiegelend effect. De verlopen die je opgeeft, worden herhaald in een patroon vanaf het begin van het verloop tot het einde ervan. Vervolgens wordt dit herhaald in tegenovergestelde volgorde.
3. Herhalen - herhaalt het verloop vanaf het begin van het verloop tot aan het einde ervan, totdat de geselecteerde vorm is gevuld.
   

Daaronder hebben we nog een schuifbalk (9), maar meer hierover in de volgende les wanneer ik het heb over "kleurverloop".