 |
 |
 |
 |
Tips Excel |
|
go to : Index |
|
|
|
|
Tip 092 |
|
|
Deze Tip werd geschreven door Valentin, waarvoor mijn dank. |
|
Hoofdlettergevoelig zoeken |
Het voorbeeldbestand bij deze tip kan je hier downloaden. |
|
We kennen nu wel allemaal de functie = VERT.ZOEKEN, maar het nadeel van deze functie is dat ze niet hoofdlettergevoelig is. We kunnen dit zien in onderstaand voorbeeld: met de formule voor de cel F2 =VERT.ZOEKEN($D$1;$A$1:$B$4;2;0) (exact zoeken) (1) zoeken we “abcde” en krijgen als resultaat “1” en voor cel F3 =VERT.ZOEKEN($D$1;$A$1:$B$4;2;1) (zoeken met benadering) (2) krijgen als resultaat “4” terwijl het juiste antwoord “3” is.
Dat komt omdat =VERT.ZOEKEN geen onderscheid maakt tussen kleine letters en hoofdletters. |
 |
|
Willen we nu exact zoeken dan hebben we daar een matrixformule met drie functies voor nodig: =INDEX, =VERGELIJKEN en =GELIJK |
|
De matrixformule voor cel G1 : We typen =INDEX($B$1:$B$4;VERGELIJKEN(WAAR;GELIJK($A$1:$A$4;D1);0)) en drukken CTRL+SHFT+ENTER |
|
De formule wordt nu een matrixformule (3): |
{=INDEX($B$1:$B$4;VERGELIJKEN(WAAR;GELIJK($A$1:$A$4;D1);0))} |
 |
|
De functie =INDEX heeft drie parameters nl: Verwijzing, rij getal en (optioneel) kolom getal. |
|
De eerste parameter “Verwijzing” is het gebied waaruit het resultaat gehaald moet worden, in ons voorbeeld zijn dat de cellen B1 tot en met B4 ($B$1:$B$4). |
De tweede parameter “rij getal” is het nummer van de rij in de index waaruit het resultaat moet gehaald worden, het rij getal gaan we laten bepalen door de functie VERGELIJKEN |
De functie VERGELIJKEN zoekt u naar een opgegeven item in een bereik van cellen en wordt de relatieve positie van dat item in het bereik als resultaat gegeven.
De functie vergelijken heeft drie parameters: zoekwaarde, zoeken matrix en criteriumtype_getal. |
|
Als eerste parameter voor de functie VERGELIJKEN “zoekwaarde” geven we WAAR, als tweede parameter voor de functie VERGELIJKEN”zoeken matrix” nemen we de functie =GELIJK, de functie gelijk vergelijkt twee tekenreeksen en geeft als resultaat WAAR als de reeksen identiek zijn en ONWAAR als dit niet het geval is. |
Als derde parameter voor de functie VERGELIJKEN “criteriumtype_getal” geven we een 0 in (0 = zoekt naar de eerste waarde die exact gelijk is aan zoekwaarde, 1 = zoekt naar de grootste waarde die kleiner is dan of gelijk is aan zoekwaarde en -1 = zoekt naar de kleinste waarde die groter is dan of gelijk is aan zoekwaarde. |
|
Wanneer we nu in de formule het gedeelte GELIJK($A$1:$A$4;D1) selecteren en drukken de functietoets F9 krijgen we het volgende resultaat {ONWAAR;ONWAAR;WAAR;ONWAAR} en zien we dat er één keer “WAAR” staat , we drukken vervolgens CTRL+Z , selecteren VERGELIJKEN(WAAR;GELIJK($A$1:$A$4;D1);0) en drukken weer de functietoets F9 en krijgen als resultaat 3, het rijnummer (de tweede parameter voor index), vervolgens drukken we weer CTRL+Z en CTRL+SHIFT+ENTER om de formule te herstellen. |
|
Ter informatie: GratisCursus.be denkt aan zijn cursisten, denk ook aan GratisCursus.be |
|
>
|
|
|
Heb je vragen betreffende deze tip, mail me Valentin |
|
Index |