In het dialoogvenster "Gegevensvalidatie" kies je het tabblad "Instellingen" (4) en je selecteert de optie "Aangepast" in het vak "Toestaan" (5).
Het aanvinkvakje "Lege cellen toestaan" mag aangvinkt blijven.
Vervolgens typ je de formule =AANTAL.ALS($A$2:$A$10;A2)<=1 in het vak "Formule" (6).
Laat ik deze eens proberen uitleggen.
Met de functie AANTAL.ALS tellen we het aantal cellen dat voldoet aan een voorwaarde.
Voldoet de cel aan de voorwaarde, dan is het WAAR, voldoet deze niet aan de voorwaarde, dan is het NIET WAAR.
WAAR is gelijk aan 1
ONWAAR is gelijk aan 0 (nul)
Vervolgens openen we de haakjes en selecteren (of typen) het bereik A2:A10. Deze verwijzing naar het Bereik maken we absoluut, dus $A$2:$A$10.
We maken deze absoluut omdat deze formule wordt gekopieert naar de onderliggende cellen, en het bereik steeds hetzelfde moet blijven.
We typen ; (puntkomma)
En typen de voorwaarde. In dit geval de eerste cel van het Bereik. Cel A2 dus. Deze celverwijzing laten we "relatief".
Waarom deze relatief?
Omdat dus de formule word gekopieert naar onder en deze celverwijzing, of beter gezegd deze voorwaarde, zich moet aanpassen aan de onderliggende cel.
Vervolgens sluiten we de haakjes ), en typen <=1 (kleiner dan of gelijk aan 1).
Dit zal dus een 1 of een 0 (nul) toelaten.
Met andere woorden, wordt het getal groter dan 1, dan zal hij een foutmelding weergeven.
WAAR = 1 en ONWAAR = 0, weet je nog.
|